Energietransitie politiek-economisch

(28 april 2021)

Deze pagina vind ik het moeilijkst om te schrijven. Hier wil ik schrijven waarom en wat ik denk dat belangrijk is om de energietransitie snel, goed, rechtvaardig en begrepen door te komen en te eindigen in een “nearly zero marginal cost society”.

De energietransitie is niet, zoals vaak gezegd wordt, een dure en technisch complexe operatie over een lange periode, maar gaat het vooral om een veranderingen van het economisch model rondom energie en de verdienmodellen voor het bedrijfsleven, instellingen en voor de overheid (energiebelastingen). Het waren ooit politici, geïnspireerd door Ronald Reagan en Margaret Thatcher, die de privatisering van de nutsbedrijven hebben doorgevoerd en om die marktwerking veilig te laten gebeuren zijn er naast private energiebedrijven een aantal semi-overheidsbedrijven opgezet  om een landelijk netwerk, zonder winstbelang, veilig  en betrouwbaar te houden en eventueel uit te breiden en te moderniseren. Nu is de energietransitie ook weer een politieke discussie tussen links en rechts en uiteraard allerlei (eigen)belangengroepen. Dit is helemaal niet nodig, het komt er op neer dat de hele economie aan het veranderen is omdat we midden in, zoals dat wel genoemd wordt, de derde industriële revolutie zitten. Die verandering betekent het oude kapitalistische systeem vervangen wordt door een eerlijk kapitalisme waar lagere investeringen door veel individuen en gemeenschappen nodig zijn en niet het grote kapitaal van één kleine groep om bijvoorbeeld een centrale te bouwen om elektriciteit centraal te produceren of olie op te boren op plekken die lastig te bereiken en daarna op centrale plekken allerlei bewerkingen te ondergaan.
Ondertussen heeft de politiek de hele energiebehoefte opgedeeld in 4 energietafels. Dit is een goed idee omdat de behoeftes van de 4 tafels heel verschillend zijn en misschien dus niet meer zo door elkaar zouden moeten werken.
Elk huis, schoolgebouw, ziekenhuis, kantoor, bibliotheek en welk gebouw dan ook, zal goed geïsoleerd zijn en energie positief en dus zelfvoorzienend zijn en elektriciteit aan het netwerk leveren.
 Om de woorden van Jeremy Rifken te vertalen; we worden allemaal “prosumenten” of met de hele woorden, we worden allemaal producenten en consumenten. Vanwege dat feit zal het economisch model rond energie omgegooid moeten worden.
Nu is er een complex systeem van subsidies zoals bijvoorbeeld een postcoderoosregeling, een systeem dat ontwikkeld is om dat oude systeem in stand te houden en dus heet het subsidie, terwijl het gewoon de teruggave is van eigen betaalde belasting over energie die je zelf hebt geproduceerd terwijl jij de zelf geproduceerde energie terugkoopt van de leverancier. Die energie is meer en meer door de burger zelf geproduceerd via de burger’s eigen dak in samenwerking met de gratis zon. Daarnaast gaat Minister Wiebes de salderingsregeling voor zonnepanelen op de daken van particulieren afschaffen om die dan om te zetten in een subsidie. Dit is eigenlijk de omgekeerde wereld want ondertussen betaalt die particulier een “opslag groene energie” en voor het netwerk. De theorie is dat een particulier z’n investering in 7 jaar terug heeft en dit is wederom gebaseerd op de energiebelasting die die particulier zelf betaald over zijn eigen geproduceerde energie. Het zou gewoon bij salderen moeten blijven en over de extra inkomsten kan dan inkomstenbelasting gerekend worden. Op deze manier worden zowel particulieren als het bedrijfsleven gestimuleerd om te investeren in productie van elektriciteit en waterstof en om zo min mogelijk energie te gebruiken. 

De rol van energieleveranciers.
In de huidige situatie produceren die bedrijven zelf elektriciteit d.m.v. centrales of ze kopen het in vooral in het buitenland, maar tegenwoordig in het geval van energie tafel 1 nemen ze steeds vaker energie af van individuele huishoudens, andere kleinere partijen zoals individuele boeren en energiecoöperaties. Die elektriciteit wordt dan aan de eindgebruiker geleverd door de netwerkbeheerders en de leverancier is straks niets meer dan een kostenpost tussen de echte producent en de eindgebruiker, omdat die leverancier geen toegevoegde waarde heeft aan die energie. De echte belangrijke rol is straks voor de netwerkbeheerder door een “smart grid” te ontwerpen, aan te leggen en te onderhouden. Met een “smart grid” bedoel ik zoals Jeremy Rifkin in “the third Industrial revolution” zegt, een internet voor elektriciteit. In zo’n netwerk kan men “blockchain technology”.verwerken als verdien- en afrekenmodel voor alle betrokken partijen inclusief de staat.

Uiteindelijk de rol van de Staat.
Voor de staat is het blijkbaar moeilijk te begrijpen dat hun rol veel belangrijker is dan het beschermen van het kapitalisme 20ste eeuw en en de erfenis van de tweede industriële revolutie, zowel algemeen economisch als technologisch. En de staat weet straks ook niet meer goed waar ze belasting over moeten rekenen. Eigenlijk gaan ze de zon en wind belasten of anders gezegd “privatiseren”.